6. f - Doelen

In het vierde deel beschreven we  de concrete, universele gedachte als basis voor  het ideaal of doel. Verder werd ook de omgang met inspirerende gedachten  omschreven 

In dit vijfde deel gaat het over enkele valkuilen en het belang van  gemeenschappelijke doelen.

Valkuilen of blokkades.

Deze komen meestal voort uit onze eigen manier van denken, voelen en willen. 

Bijvoorbeeld in de gedachte; " Ik kan mezelf en/of mijn situatie niet veranderen. " We zitten dan a.h.w. gevangen in die overtuiging".  Daarbovenop komt ook het fenomeen, dat in de psychologie gekend is als de weerstand tegen verandering. Het bekende, zelfs al is dit een moeilijke situatie, geeft ons min of meer een gevoel van veiligheid en zekerheid. Het vereist moed, beslissingskracht en bereidheid tot openheid om naar het andere, ongekende, nieuwe toe te gaan. 

We kunnen ook vaststellen dat iets veranderen vooral in onze nabije omgeving, familie en vrienden vaak het moeilijkst is. Dit door de reeds  bovengenoemde psychologische weerstand tegen verandering. Maar ook door een aantal gewoontes, vaste patronen, afhankelijkheden, ( meestal onbewust ) die ons sterk bepalen in de  communicatie en relatie met onze verwanten en vrienden. 

Ook onze gevoelens zoals bijvoorbeeld het zich helemaal overstelpt voelen door zorgen heeft als gevolg  dat we minder  efficiënt kunnen denken en handelen. We zullen dan eerder instinctmatig reageren en willen zo vlug mogelijk een oplossing, die de zorgen doet verdwijnen. Daardoor  geraken we dan met onze wil  gefixeerd op de oplossing . En net door deze fixatie  verliezen we in grote mate de wijdte in ons bewustzijn. We zitten min of meer opgesloten in onszelf en zien daardoor ook nog weinig of geen andere mogelijkheden. In deze toestand is het moeilijk om nog helder te denken  en is het moeilijk voorstellend, scheppend te denken.

Net daarom is het zo belangrijk ons denken, voelen en willen te trainen aan de hand van bewustzijnsoefeningen, die we regelmatig uitvoeren. 

Wanneer we oefenen in normale, rustige omstandigheden wordt het mettertijd een gewoonte en kunnen we ook in moeilijkere situaties beter het overzicht bewaren en zo gerichter met de situatie omgaan.

Een andere valkuil is het willen "bestrijden" van onze zogenaamde negatieve eigenschappen. 

Een praktisch voorbeeld: We willen meer geduld ontwikkelen. Voor we het goed en wel beseffen zitten we in een gevecht met het ongeduld, we willen het meteen de kop indrukken, uitroeien. Zo geraken we echter heel gemakkelijk in een soort fixatie van de wil. En de wil zou nu net vrij beschikbaar moeten zijn of worden voor een andere activiteit namelijk eerst en vooral het objectief waarnemen van de andere, de situatie. 

Wanneer het ongeduld opkomt is het dus  essentieel dit direct waar te nemen. Even op de pauzeknop duwen en bij onszelf zeggen " Dit is niet de richting, die ik uit wil, dit is niet mijn doel, mijn doel is "rust en evenwicht ontwikkelen in alle omstandigheden." zie: de driegeleding

Na het vaststellen van het ongeduld richt je nu je aandacht volledig op je doel. Hier blijkt de noodzaak van het dagelijks voorstellen van het doel. Dan zal het a.h.w. vlugger beschikbaar zijn en in je gedachten komen. Het zal tenslotte een gewoonte worden eerst waar te nemen zodat de voorstelling van het ideaal verruimend en ordenend kan werken op de omgeving en jezelf.

Het zogenaamd loslaten van ergerlijke eigenschappen is eigenlijk iets heel tegenstrijdigs. Je kan eigenlijk niet op commando loslaten. Ik denk dat  we dit allemaal wel reeds ervaren hebben. Wanneer je dit probeert bemerk je dat dit vooral ergernis doet ontstaan of schuldgevoelens. Wanneer we ons echter op een doel, iets buiten ons richten, gaan we een stuk weg van onszelf en die ergerlijke eigenschappen. We zullen bemerken dat hoe meer we ons op een concreet doel richten hoe meer die vervelende eigenschappen kunnen wijken, meer op de achtergrond komen. Het is een samenhangend proces;  je richten op je doel en als gevolg meer kunnen loslaten en daardoor weer meer spankracht krijgen om verder naar het doel te streven.

 

Individuele doelen en gemeenschappelijke doelen

 

We zagen reeds dat een persoonlijk doel, dat goed voorgesteld wordt niet alleen op jezelf werkt maar ook  op de wijde omgeving.

We kunnen nog verder gaan, onze blik en ons streven verruimen. 

We kunnen namelijk een gemeenschappelijk ideaal denken en voorstellen; Hoe zien we een gemeenschap op sociaal, economisch, wetenschappelijk, cultureel, menselijk vlak? zie:  een nieuwe cultuur

 

Dit ideaal moet echter werkelijk gedacht worden, levendig voorgesteld worden en niet zozeer vanuit een verlangen als een eerder persoonlijke wens. Hoe vrijer (van de eigen binnenwereld)  dit ideaal kan gedacht en voorgesteld worden, hoe meer de werking kan uitstralen op de wijde omgeving. 

 

Wanneer we de ontwikkelingsweg ten volle willen gaan is het nodig niet alleen ons  bewustzijn verder te ontwikkelen maar ook het geestelijke deel, het ik.  Dit ik hangt heel nauw samen met het opnemen van verantwoordelijkheid. Waarom zijn we hier ? UiteIndelijk om een aantal concrete, universele, zielsgeestelijke gedachten in de praktijk te brengen zodat die gedachten niet enkel in de ziele- en geestelijke wereld leven maar ook echt  op aarde verwerkelijkt worden. We willen  a.h.w. een stukje hemel op aarde brengen en dit door de eigen actieve ontwikkeling  van de bewustzijnskrachten en het ik.