3. Oefenen in het waarnemen en beschrijven

Aan de hand van volgende oefening  ontwikkelen we onze waarnemingscapaciteit, leren we beschrijven totdat een beeld ontstaat en leren we voorstellingen  maken.

We nemen bij voorbeeld een kleine kamer die niet al te veel meubels en  voorwerpen bevat. 

 

Eerst bekijken we systematisch de kamer; 

Welke vorm heeft de kamer; de muren, het plafond en de vloer ?

Uit welk materiaal bestaan ze ? 

Welke kleuren werden gebruikt ?

Daarna ga je over naar de vensters en deuren met dezelfde vragen.

Dan begin je met het meubilair, de verlichting en de voorwerpen in de kamer.

We doen dit in een bepaalde volgorde. Er volgt  dan eveneens een zekere rust en  ordening in het denken.

Volgende stap is het( luidop )beschrijven van de kamer.

Je doet dat precies alsof je de kamer beschrijft aan iemand, die de kamer niet kan zien. Eigenlijk zou die persoon zich een beeld moeten kunnen vormen aan de hand van jouw beschrijving. 

Nu volgt het voorstellen van de kamer;

Je haalt je aan de hand van jouw beschrijving de kamer weer voor de geest. Het gebeurt niet zozeer vanuit een aangespannen herinneren maar vanuit het beeld, dat je gevormd hebt door de waarneming en beschrijving. 

Dit doe je ook weer systematisch; alle onderdelen voorstellen en tenslotte de gehele kamer in een beeld brengen.

Werking van de oefening;

Door de ritmische, logische volgorde van het waarnemen en voorstellen ontstaat een kalmerende werking op het zenuwstelsel. We ervaren  een eerste  innerlijke rust en orde.

De oefening werkt harmoniserend op het hart en bevordert ook de verbinding met het innerlijke en de omgeving.

Door het vormgevend denken ontstaan vormkrachten of levenskrachten. De oefening werkt dus opbouwend en schenkt nieuwe energie.

 

Bemerking;

In de volgende blogartikels oefenen we ons verder in de waarneming, het voorstellen en het ontwikkelen  van gewaarwordingen.